De opmerkingen van Johan Huizinga over de historisch onjuiste benaming van de Pruikentijd voor de 18e eeuw is bij schoolmeesters tegen dovemansoren gezegd.
Schoolmeesters willen nu eenmaal geloven in een stoffige 18e eeuw waar regenten met malle pruiken God, Nederland en Oranje naar de ratsmodee geholpen hebben.
En ze krijgen hun verhaal met alle bij elkaar gegoogelde onjuistheden ook nog eens de wereld in. Nieuwe generaties op basisscholen en in het voortgezet onderwijs krijgen de 19e-eeuwse ideeën over de 18e eeuw in hun schoot geworpen.
Hieronder een willekeurige lijst met onzin over de Pruikentijd, zo van educatieve websites geplukt.
Wikipedia
Volgens Wikipedia is de Pruikentijd een periode in de achttiende eeuw waarin het mode was in de deftige kringen om een pruik te dragen. Welke periode het is, wordt niet duidelijk. De beschrijving van het tijdvak is net zo opmerkelijk als wanneer je nu de kledij van Paris Hilton als kenmerkend ziet voor de hele 21ste eeuw:
Zowel mannen als vrouwen kleedden zich zeer opzichtig met veel make-up, maar ook met kleding met kant, gouddraad, gespen en strikken; ook was het dragen van schoeisel met hoge hakken zeer populair. De vrouwenmode werd gekenmerkt door hoog opgemaakte kapsels, slanke bovenlichamen met een diep decolleté en een hoepelrok (crinoline).
Schooltv
De onvolprezen Schooltv bombardeert slechts de eerste helft van de 18e eeuw tot Pruikentijd. Er wordt bij gezegd dat die benaming alleen voor Nederland opgaat. Vreemd, want als er zotte pruiken gedragen werden, dan was het nu juist aan vorstelijke hoven in Londen, Berlijn en vooral Parijs. En dus niet in Den Haag.
De verklaring die Schooltv geeft voor de benaming van het tijdvak is de volgende:
Het was namelijk de gewoonte dat rijke mensen in die tijd een pruik droegen.
Geen kind krijgt meer te horen dat dit ook al, en misschien zelfs vooral, in de 17e eeuw gebeurde.
Iselinge Hogeschool
Op een van de educatieve websites van Iselinge Hogeschool, gemaakt door enkele pabostudenten, is het opnieuw alleen de eerste helft van de 18e eeuw. De mode die wordt beschreven is tamelijk ongenuanceerd. De allongepruiken zijn uit beeld, alleen de kleine staartpruikjes komen ter sprake. Vrouwen dragen hier, in tegenstelling tot wat Wikipedia schrijft, slechts eenvoudige kapsels:
In de eerste helft van de 18e eeuw waren de kooplieden heel rijk. […] De kapsels in de pruikentijd vielen erg op. Het eigen haar van de mannen werd achterin de nek vastgebonden met een netje. Daar overheen werd een pruik gedragen, die ze een kleur gaven met poeder. De pruik werd van achteren in een zwart zijde [sic] zakje bij elkaar gebonden, het zakje maakte je weer vast met een strik. Bij officiële gelegenheden droeg men witte pruiken. Pas later ging men de pruik de kleur geven van hun eigen haarkleur.
Het haar van de vrouwen zat vrij eenvoudig. Zij droegen geen pruiken, maar voegden een paar valse krullen toe in hun eigen haar, wanneer het eigen haar te dun was. De vrouwen droegen ook kleine boeketjes bloemen of namaakbloemen in het haar.
Tweede helft 18e eeuw
De vooroorlogse Leidse hoogleraar L. Knappert meende dat de benaming Pruikentijd alleen opgaat voor de tweede helft van de 18e eeuw. Hij schreef in 1905 de volgende regels:
De pruikentijd. Wie, bij het lezen van dit woord, roept zich niet aanstonds de tweede helft de 18e eeuw voor den geest, onder deze weinig vleiende benaming algemeen bekend?
DocuKit
DocuKit is een website waar leerlingen informatie van af kunnen plukken voor werkstukken en spreekbeurten. Daar staat te lezen dat Nederlanders tussen 1700 en 1800 veel afkeken van de Fransen: Franse meubels, Franse tuinen en Franse mode.
Bij die mode hoorde het dragen van een pruik. Dat kwam omdat koning Lodewijk de Veertiende van Frankrijk een pruik droeg. Hij was namelijk op zijn 32e al kaal en wilde dit verbergen. Omdat de koning een pruik droeg, deden de andere heren aan het Franse hof dat ook. En Nederlanders gingen het nadoen. Zo kwam de achttiende eeuw aan de naam ‘pruikentijd’.
Elders las ik dat het niet Lodewijk XIV maar Lodewijk XIII was die met de pruikendragerij begonnen is. Hoe het ook zij, het is wel makkelijk om zo de loodzware allongepruiken in het 17e-eeuwse modebeeld te introduceren. Het lijkt een projectie van de angst van veel mannen om kaal te worden. Tegenwoordig geen punt meer, maar de tijd van toupetjes voor kalende mannen ligt nog maar heel kort achter ons.
Schoolbieb
Op Schoolbieb.nl staat deze informatie nog eens, in afgeslankte vorm:
De periode 1700-1800 wordt ook wel de pruikentijd genoemd. In deze periode werd voor de mode vooral naar Frankrijk gekeken.
Plaats een reactie