
Het Grote Kerk- Orakel.
Dominee Theodorus van der Groe heeft een klap van de gereformeerd-orthodoxe molen gehad. Althans, dat vond de anonieme schrijver van de Cordaate mondstopper.
Over Van der Groe is zojuist bij de Rotterdamse uitgeverij Lindenberg Productions de bundel Neerlands laatste ziener. Leven, werk en invloed van Theodorus van der Groe (1705-1784) verschenen. Onder redactie van John Exalto & Fred van Lieburg.
De Cordaate mondstopper (het pamflet kwam al een paar weken geleden ter sprake) was van mening dat lidmaten gerust kritiek mochten hebben op hun predikant. Een modern standpunt, vooral omdat er nogal wat predikanten waren die niet helemaal meer spoorden. De Rotterdamse dominee Munnikhuizen legde het aan met een eenzaam kapiteinsvrouwtje, dominee Van der Groe was kierewiet.
Hel en verdoemenis
Theodorus van der Groe (1705-1784) stond van 1740 tot aan zijn overlijden op de kansel in Kralingen. In 1735 had hij als Paulus het licht gezien en had zich toen bekeerd. Sindsdien predikte hij hel en verdoemenis. Hij behoorde tot de piëtistische stroming van de Nadere Reformatie.
Zijn preken waren loodzwaar door het besef dat de mens vol zonde is. De zondige zondaren om zich heen overziend voorzag hij de ondergang van de publieke kerk. Het einde der tijden was nabij, zo donderde hij in Kralingen. Van der Groe heeft nog altijd een schare bevindelijke bewonderaars; een aantal preken is op internet te vinden.
Uitgeverij Kok wijdde eind vorig jaar eveneens een bundel artikelen aan Van der Groe, onder redactie van Gert Leurdijk. Of daarin vrijmoedig gelachen wordt om de predikant, valt te betwijfelen. Ik heb de bundel niet ingezien.
Mikpunt
Overigens had Van der Groe een klein gebrekje. Hij was zo scheel als een otter. Aan zijn portret te zien was het meer dan alleen een loenzend oog. Om zijn verwrongen uiterlijk kreeg hij van zijn tegenstanders de bijnaam De Rotterdamse Schele. Andere criticasters gebruikten de scheldnamen De Baggerboer, De Kralingse Betweter of Het Grote Kerk-Orakel.
Een bekend geschrift tegen Van der Groe is Kralingiana, of Zedige aanmerkingen over de Kralinger twistschriften (1757-1758). De negen delen zijn geschreven door een anoniem ‘genoodschap van letterbeminnaars’, achter wie mogelijk alleen de felle Rotterdamse voorganger Petrus Hofstede schuilgaat.
Zie het artikel van Peter Altena in de persverse bundel: ‘Groe! Groe! Groe! Groe! Hoe de Kralingiana I (1757-1758) Theodorus van der Groe ‘het schurft van den huid’ haalden’. Verder bijdragen van Joris van Eijnatten, Michiel Wielema. Ook een stuk over de psychologie van Van der Groe.
Geef een reactie